Geschiedenis

Vroege historie   

De naam Landgraaf is ontleend aan 'de Landgraaf', een reusachtige ringwal die onder andere door onze gemeente loopt en die met de hem omringende grafheuvels en urnenvelden herinnert aan de bewoners in prehistorische tijden.

Rond het begin van onze jaartelling legden de Romeinen een weg aan van Tongeren, via Heerlen, naar Keulen: de Romeinse heerweg. In de buurt van de weg vestigden zich kolonisten in grote boerderijen. Eén ervan lag bij 'Overstenhof'. Bij de kruising van de weg met het riviertje de Worm ontstond het straatdorp Rimburg.

Foto van de Via belgica van vroeger

Vanaf de Middeleeuwen

Na de Romeinse tijd bleef het gebied bevolkt, zoals blijkt uit sporen die in de bodem zijn achtergebleven. Vanuit de beekdalen werd het gebied ontgonnen: de grootste boerderijen lagen aan het water. Sommige boerderijen groeiden uit tot kastelen, zoals Schaesberg en Strijthagen. Geleidelijk kwamen ook de hoger gelegen gebieden in gebruik. Zo ontstond Waubach, Nieuwenhagen en Scheidt, dat pas veel later Schaesberg ging heten. Omstreeks 1100 was Nieuwenhagen een belangrijk centrum voor de productie van aardewerk.

Bestuurlijk was het gebied sterk versnipperd. Schaesberg en Nieuwenhagen hoorden bij Heerlen. Waubach hoorde als 'Overworms kwartier' bij Ubach en viel zo onder het gezag van de abdis van Thorn. Rimburg was een zelfstandige heerlijkheid. In de 17e eeuw verwierf de heer van Schaesberg bestuursrechten rond zijn kasteel.

Na de Tachtigjarige Oorlog werden zelfs internationale grenzen door het gebied getrokken: Schaesberg en Ubach werden vanuit Brussel (Spaans) bestuurd, Nieuwenhagen vanuit Den Haag. Om het verkeer tussen Heerlen en Ubach mogelijk te maken, werd vanuit Schaesberg door Nieuwenhagen een internationale weg aangelegd: de Pasweg. In 1700 werd Schaesberg een zelfstandige parochie met de Petrus en Paulus als kerk. Waubach en Rimburg kregen in dezelfde tijd ook eigen kerkjes. In Nieuwenhagen werd op Spaans gebied een kapel gebouwd aan het 'Spaans Kentje'.

Gebouw het Spaans Kentje in Nieuwenhagen

Vanaf de Franse tijd

In 1795 werd het hele gebied bij Frankrijk ingelijfd. Bestuurlijk bracht dit radicale veranderingen met zich mee. Er kwamen vier gemeenten: Schaesberg, Nieuwenhagen, Rimburg en Ubach over Worms (bestaande uit Waubach en Bruchhausen, die losgemaakt werden van Ubach).
Na de val van Napoleon kwamen deze gemeenten bij Nederland. Doordat de Worm de grens ging vormen, bleef van Rimburg - dat gescheiden was van het kasteel en zijn Duitse deel - zo weinig over dat het nauwelijks zelfstandig kon bestaan. In 1886 werd het dan ook, na veel onderhandelen, op eigen verzoek bij Ubach over Worms gevoegd. Intussen waren Waubach, Nieuwenhagen en Rimburg kerkelijk tot zelfstandige parochies uitgegroeid, met ieder een eigen kerk.

Industrialisatie

Tot het begin van de 20e eeuw was de regio zeer landelijk met veel kleine en enkele grote boerenbedrijven. Op één van de grote boerderijen, 'De Kamp', woonde aan het einde van de 19e eeuw de bekende schrijver Frans Erens, die in zijn geschriften het leven in deze streek heeft vastgelegd.

De mijnbouw, die na 1890 opkwam, bracht ingrijpende veranderingen met zich mee, zoals grootschalige industrie, een enorme groei van de bevolking en nieuwe woonwijken in en rond de oude plaatsen.

In 1897 kwam de spoorwegverbinding van Heerlen, via Schaesberg, naar Herzogenrade tot stand. Twee grote mijnen werden gevestigd: de Oranje Nassau II (1904-1971) in Schaesberg en de staatsmijn Wilhelmina (1906-1969) in Terwinselen, Kerkrade. Omstreeks 1965 was hun bloei voorbij en werden ze gesloten. De woonwijken Leenhof, het Eikske, Lauradorp en Kakert zijn de meest tastbare herinneringen aan deze periode.

Van zwart naar groen

Na de sluiting van de mijnen volgde een moeizame herstructurering. Er kwamen nieuwe industriegebieden zoals Strijthagen en Abdissenbosch. Onder het motto 'Van zwart naar groen' werden de oude mijngebouwen met de omliggende terreinen grotendeels afgebroken en geruimd, om plaats te maken voor woonwijken en recreatiegebieden. De draf- en renbaan - het tegenwoordige Megaland - en enkele grote groengebieden getuigen van deze omslag.

Foto uit de oude doos van de Staatsmijn Wilhelmina

Gemeente Landgraaf

Bij de herstructurering kon ook bestuurlijke vernieuwing niet uitblijven. Deze kreeg in 1982 vorm in de samenvoeging van Nieuwenhagen, Schaesberg en Ubach over Worms tot één nieuwe gemeente: Landgraaf.

De opbouw van de nieuwe gemeente is vanaf het begin voortvarend aangepakt: de oude kernen werden vernieuwd en met elkaar verbonden door de aanleg van het nieuwe centrum Op de Kamp (op de plaats van de vroegere hoeve De Kamp): het bestuurlijk hart van de gemeente en tevens winkel- en woongebied. Er werd - en wordt - een gezichtsbepalend beleid gevoerd, met als belangrijkste speerpunten: recreatie, wonen en zorg.

Inmiddels zijn vele riante woonwijken ontstaan, zijn oude wijken zorgvuldig gerenoveerd en grote recreatieve groengebieden ontwikkeld, zoals Park Gravenrode. Verder heeft Landgraaf een eigen theater, diverse kunstgalerieën en heeft zij, met Pinkpop, jaarlijks haar eigen grote popfestival.

Landgraaf heeft met recht een plaats op de landkaart weten te bemachtigen en is uitgegroeid tot één van de grotere gemeenten in Limburg. Een prima gemeente om te wonen, werken en recreëren.

Zie ook Gemeentearchief bekijken